Veelgestelde Vragen over Gevaarlijke stoffen
Op deze pagina vindt u alle veelgestelde vragen over gevaarlijke stoffen. Heeft u vragen en/of opmerkingen over gevaarlijke stoffen, neem dan contact op met uw contactpersoon bij ArboNed.
Gevaarlijke stoffen
Waar vind ik informatie wat te doen bij een calamiteit of ongeval met gevaarlijke stoffen?
Raadpleeg de betreffende informatie in het veiligheidsinformatieblad, de werkplekinstructiekaart of het BHV-plan (calamiteitenplan). Zorg voor voldoende absorptiemiddelen en beschermingsmiddelen en verzorg instructies aan uw medewerkers.
Hoe beoordeel ik de blootstelling aan een mengsel?
De meeste mengsels hebben geen eigen grenswaarde. In dat geval moet u de blootstelling van uw werknemers per component beoordelen. U toetst dan de blootstelling aan de grenswaarden van de verschillende componenten. Als de componenten dezelfde gezondheidseffecten hebben (zoals oplosmiddelen), dan moet u de blootstelling bij elkaar optellen (ook wel additieregel genoemd).
U kunt de blootstelling aan een mengsel ook beoordelen aan de hand van de meest gevaarlijke component. Dit kan alleen als de keuze voor deze component goed is onderbouwd. Het gaat altijd om de meest risicovolle component in het mengsel.
Laat een arbeidshygiënist beoordelen welk component hiervoor geschikt is. De deskundige moet ook rekening houden met het risico van gecombineerde blootstelling.
Hoe bepaal ik de grenswaarde van een stof?
Als werknemers in contact komen een gevaarlijke stof, kan dit (in)direct gevolgen hebben voor hun gezondheid (én die van hun nageslacht). Met een grenswaarde geeft u het maximale concentratieniveau aan van een gas, damp, aerosol, vezel of (vaste) stof op de werkplek. Zo voorkomt u schadelijke gevolgen op korte én lange termijn. U moet een grenswaarde vaststellen voor alle gevaarlijke stoffen waaraan uw werknemers (kunnen) worden blootgesteld. Hierbij houdt u rekening met incidentele én langdurige blootstelling.
Om een grenswaarde vast te stellen, volgt u de volgende stappen:
1. Gebruik de wettelijke grenswaarde
Voor een aantal stoffen zijn de grenswaarden wettelijk vastgesteld. Deze vindt u op de website van de SociaalEconomische Raad (SER): ww.ser.nl/nl/taken/adviserende/grenswaarden.aspx.2. Gebruik een gezondheidskundige grenswaarde die is vastgesteld door bijvoorbeeld de Gezondheidsraad of door Europese SCOEL (Scientific Committee for Occupational Exposure Limits). Deze vindt u op de website van de SER.
3. Gebruik een buitenlandse grenswaarde
Op de website van de SER staan vaak ook grenswaarden vermeld uit andere Europese landen. Eventueel kunt u één van deze grenswaarden hanteren. Kies de buitenlandse grenswaarde die het beste past bij uw werksituatie.4. Gebruik de DNEL (Derived No Effect Levels)
Raadpleeg hiervoor het veiligheidsblad. Op het veiligheidsinformatieblad (VIB) van een stof staan vaak één of meerdere grenswaarden vermeld, waaronder de DNEL. Dit zijn de door de fabrikant aanbevolen grenswaarden, op basis van de Europese verordening REACH (Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen). Kies de DNEL die het beste past bij de soort blootstelling binnen uw bedrijf.Hoe en wat moet ik beoordelen?
Volgens de tweede stap van de ‘Zelfinspectie Gevaarlijke Stoffen’ beoordeelt u alle geregistreerde stoffen op eventuele risico’s. U beoordeelt de aard, mate en duur van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Dat doet u voor elke gevaarlijke stof waarmee uw werknemers in contact kunnen komen.
U kunt hiervoor de volgende beoordelingsmethoden gebruiken:
- Meten
U kunt de blootstelling aan gevaarlijke stoffen bepalen door middel van blootstellingsmetingen.
- Schatten m.b.v. bijvoorbeeld de Stoffenmanager
et de ‘Stoffenmanager’ kunt u een kwantitatieve inschatting maken van de blootstelling aan gevaarlijke stoffen binnen uw bedrijf. U vindt de ‘Stoffenmanager’ op www.stoffenmanager.nl
- Eigen beoordelingsmethode
Een andere kwantitatieve beoordelingsmethode dan de ‘Stoffenmanager’ is ook toegestaan. Deze methode moet wel verantwoord zijn; u moet aantonen dat de uitkomst uit uw beoordelingsmethode vergelijkbaar is met die van de ‘Stoffenmanager’.
- Aanvullende beoordelingsmethode: blootstellingscenario’s
Blootstellingscenario’s kunnen handig zijn bij de beoordeling van de blootstelling. Bij veel veiligheidsinformatiebladen (VIB’s) zijn blootstellingscenario’s opgenomen, de zogenaamde PROC’s.
Werknemers kunnen met verschillende stoffen in aanraking komen. Sommige werknemers worden soms aan een enkele stof blootgesteld. Anderen regelmatig aan verschillende combinaties. U moet daarom alle mogelijke situaties apart beoordelen: loopt uw werknemer hier een risico? Beoordeel de blootstelling zonder het gebruik van persoonlijke (ademhalings) beschermingsmiddelen.
Hoe informeer ik medewerkers?
Het veiligheidsinformatieblad van een gevaarlijke stof geeft de benodigde informatie over de risico’s en maatregelen. Aangeraden wordt om per product (of eventueel groep van stoffen met dezelfde risico’s) een werkplekinstructiekaart (WIK) te maken en deze op de werkplekken te hangen.