Vertrouwenspersoon: wat houdt het in?
De vertrouwenspersoon luistert als een werknemer bij hem komt met een probleem op het gebied van ongewenste omgangsvormen. En hij ondersteunt en adviseert de werknemer. Daarnaast speelt hij binnen de organisatie een rol bij de voorlichting over grensoverschrijdend gedrag op het werk en adviseert hij het management over gedragsnormen.
Arbowet: PSA-beleid verplicht
De Arbowet verplicht u om een beleid te voeren op psychosociale arbeidsbelasting (PSA). PSA gaat over discriminatie (waaronder seksuele intimidatie), agressie en geweld, pesten en werkdruk. In het PSA-beleid is ook de vertrouwenspersoon opgenomen.
Als u een vertrouwenspersoon aanstelt, kunt u kiezen voor iemand uit het bedrijf, een externe vertrouwenspersoon of een combinatie van beiden. Meestal is de vertrouwenspersoon een medewerker. Iemand die het bedrijf en de werknemers goed kent en van nature al het aanspreekpunt is bij vragen en problemen. Als u kiest voor een externe vertrouwenspersoon, huurt u een professional in.
Rol en positie vertrouwenspersoon
Uit onderzoek van het ministerie van SZW naar de rol en positie van vertrouwenspersonen binnen organisaties komen een aantal aandachtspunten naar voren:
- Ongeveer de helft van de ondervraagde organisaties heeft een vertrouwenspersoon.
- De bekendheid, beschikbaarheid en bereikbaarheid van vertrouwenspersonen is niet altijd optimaal.
- Er is een risico op loyaliteitsconflicten voor interne vertrouwenspersonen doordat ze de betrokkenen kennen.
- De taak- en rolomschrijving is vaak niet helder.
- Bijna driekwart van de interne vertrouwenspersonen heeft geen training gevolgd en de kwaliteit en professionaliteit loopt sterk uiteen.
Vertrouwenspersoon in een dag
Neemt iemand uit uw organisatie de functie van vertrouwenspersoon op zich? Dan is het belangrijk dat diegene een stevige basiskennis heeft binnen het complexe werkveld van de vertrouwenspersoon. Onze training is daarvoor heel geschikt. Specifieke voorkennis is niet vereist, wel is het belangrijk dat de deelnemer het vertrouwen heeft van de organisatie.
Na de training:
- weet de deelnemer alles over het wettelijke kader met betrekking tot ongewenste omgangsvormen;
- kent hij de taken en de positionering van de vertrouwenspersoon;
- is hij in staat om gesprekken te voeren als vertrouwenspersoon en medewerkers te adviseren over de vervolgstappen na een melding;
- heeft hij de benodigde basiskennis en -vaardigheden voor de functie van vertrouwenspersoon.